De ondergang van het oude Europa

De drie Europese supermachten Groot-Brittannië, Duitsland en Rusland werden in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog geregeerd door drie neven: koning George V, de laatste keizer Wilhelm II en de laatste tsaar Nicolaas II. Zij stonden aan het roer van Europa toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, die een einde maakte aan de macht van de grote dynastieën op het oude continent. Op basis van de correspondentie tussen de neven en vele andere bronnen, vertelt Carter het tragikomische verhaal van een kleine, glamoureuze, in zichzelf gekeerde elite die wanhopig probeert politieke controle over Europa te behouden. Het boek schetst een briljant en soms hilarisch portret van de beschadigde, verwaande Wilhelm, de stille, koppige Nicolaas en de gretige, dienstbare George. Carter geeft een kleurrijk beeld van hun leven, zwakheden en obsessies. Ook andere familieleden als de bemoeizuchtige koningin Victoria en de playboy Edward VII, worden subtiel geportretteerd. Indringend wordt geschetst hoe het persoonlijke en het politieke elkaar beïnvloedden, soms met desastreuze gevolgen. Voor George V, Wilhelm II en Nicolaas II liep de Eerste Wereldoorlog uit op een ramp: in een apotheose van moord, verraad en troonsafstand viel de mythe van vrede en verstand in duigen.