Doorgaan naar inhoud

Harry Mulisch


Mulisch' vader Kurt Victor Karl Mulisch werd in 1892 geboren in Gablonz an der Neiße in het toenmalige Oostenrijk-Hongarije, nu Jablonec nad Nisou in Tsjechië. In de Eerste Wereldoorlog was hij commandant van een batterij zware bereden veldartillerie aan het Russische, Italiaanse en Franse front. Na de oorlog emigreerde hij naar Nederland. Mulisch' moeder Alice Schwarz zag op 16 maart 1908 in Antwerpen het levenslicht als dochter van een Oostenrijks-Joodse bankier uit Frankfurt am Main. Wegens hun vriendschappelijke contacten met Duitse officieren vluchtte het gezin Schwarz na de Eerste Wereldoorlog van Vlaanderen naar Nederland. Aldaar ontmoetten Karl Mulisch en Alice elkaar via haar vader, die de oorlogsveteraan aan een baan hielp. Naar aanleiding van deze samenloop van omstandigheden zou Mulisch later concluderen dat hij zijn bestaan te danken had aan de Eerste Wereldoorlog.

In april 1926 trouwden Karl Mulisch en Alice Schwarz in Amsterdam en uit het huwelijk werd op 29 juli 1927 hun enige zoon Harry geboren op het adres Westerhoutpark 16 te Haarlem, waar de familie zich had gevestigd. Harry werd grotendeels opgevoed door de huishoudster, Frieda Falk, die in 1891 geboren werd in Posen in het toenmalige Duitse Keizerrijk, thans Poznań in Polen. Met haar reisde de vierjarige Harry, die gedeeltelijk in het Nederlands en in het Duits werd opgevoed, in het najaar van 1931 naar Berlijn (ten tijde van de Weimarrepubliek) en verdwaalde er in het labyrint van de Tiergarten. Naar eigen zeggen zouden dit de plaats en het moment geweest zijn waarop de voorwaarden voor zijn schrijverschap tot stand kwamen.

Mulisch leerde schrijven op een particulier instituut in Haarlem, dat hij van 1933 tot 1939 bezocht. In deze jaren schreef Harry al zijn eerste verhaal, De pottebakker, over een komisch voorval op school. In 1936, toen Mulisch negen was, scheidden zijn ouders. Zijn moeder verhuisde naar Amsterdam en in 1951 emigreerde ze naar Berkeley in Californië (dit adres staat in het overlijdensbericht van Karl Mulisch op 10 juli 1957). Ze overleed op 2 januari 1996 in San Francisco. Harry bleef bij zijn vader, Kurt Victor Karl Mulisch, K.V.K. zoals hij hem later in zijn geschriften vaak noemde, in Haarlem. Zijn vader werd na de vrolijke jaren twintig zwaarmoedig. Bovendien daalde zijn inkomen waardoor de afgeslankte familie een aantal keren naar kleinere woningen verhuisde.

In de jaren dertig kreeg Mulisch grenzeloze interesse in de chemie, die was gewekt door het jongensboek De ongelooflijke avonturen van Bram Vingerling (1927) van Leonard Roggeveen. Later besefte Mulisch dat Bram Vingerling in feite de alchemie beoefende, een van de belangrijkste thema's uit zijn oeuvre.

Bron: Wikipedia

Algemene informatie


Boeken van Harry Mulisch

Vorige